Be True werpt een eerste blik op het afgelopen week online uitgelekte Only the Strong Survive. Springsteens tweede coveralbum verschijnt op 11 november pas officieel. De 15 soulnummers zijn opgenomen in Springsteens thuisstudio. Wat opvalt aan de twee eerder uitgebrachte singles is dat Bruce zelf er geen instrument op speelt. Of dat ook voor de rest van het album geldt, is nog even afwachten. Wat wel zeker is, is dat producer Ron Aniello een groot deel van instrumenten bespeelt.

Door Jos Westenberg

Dit album komt als een verrassing. Al voor de coronapandemie was bekend dat Bruce aan een opvolger van Tracks werkte. In april vorig jaar, toen Bruce de Woody Guthrie Award in ontvangst nam, repte hij over een “binnenkort” uit te brengen nieuw soloalbum met een westernthema in de trant van The Ghost of Tom Joad en Western Stars. Zijn letterlijke woorden waren: “Californië heeft een enorme invloed gehad op mijn nieuwste songteksten. In de jaren 90, de jaren 2000 en zelfs nu op een plaat die binnenkort uitkomt, en die zich grotendeels in het westen afspeelt. Via mijn werk raakte ik erg betrokken bij het vertellen van die westernverhalen.”

Dat bewuste soloalbum en de opvolger van Tracks moeten blijkbaar langer op de plank blijven liggen, want eerst verschijnt dus Only the Strong Survive, na We Shall Overcome – The Seeger Sessions in 2006 Springsteens tweede coveralbum.


Springsteen vertelt in de promovideo dat hij de soulnummers opnam kort na Letter to You, nog tijdens de lockdownperiode, samen met producer Ron Aniello en studiotechnicus Rob Lebret tijdens hun “off hours” (wat dat dan ook mag betekenen als het om Springsteen gaat). De eerste opnames haalden de release niet, want, zo zegt Bruce, pas na zo’n eerste sessie komt hij pas echt op stoom. “That’s how I roll and that’s when we begin.” Pas bij een tweede reeks opnamesessies kreeg hij het idee dat het werk potentie had.

One-man-band

De nummers zijn niet door een band ingespeeld maar – afgaande op de credits bij de eerste twee singles – door hoofdzakelijk slechts één persoon, te weten Ron Aniello. De producer blijkt een groot deel van de instrumenten voor zijn rekening te nemen. Aan zijn opnames zijn strijkers, blazers en achtergrondzang toegevoegd en natuurlijk Springsteens leadzang. Wat opvalt, is dat Bruce zelf geen instrument bespeelt op de twee nummers die officieel zijn uitgebracht, maar zich beperkt tot alleen zijn eigen zangpartij. Mogelijk is Only the Strong Survive het eerste Springsteen-album waarop Bruce geen instrument speelt. Op het nummer ‘When She Was My Girl’ is een sporadische gitaarsolo te horen, maar we moeten wachten tot 11 november om te weten of Bruce, of toch Ron Aniello, deze solo heeft ingespeeld.


Springsteen gaf in de promovideo aan dat hij op deze plaat zijn zang centraal wilde stellen. Op zijn vorige platen was de zang meestal ondergeschikt aan het verhaal dat hij wilde vertellen, de composities of de melodieën van afzonderlijke nummers. Daarnaast, zo zegt Springsteen in de video die bij de release van de eerste single werd gepubliceerd, vond hij zijn zangstem in het verleden ook niet zo bijzonder. Hij schreef er zelfs negatief over in zijn biografie. Met Only the Strong Survive heeft hij weer meer waardering gekregen voor zijn eigen zangstem. Hij noemt die zelfs “bad ass” en zegt ook: “I’m 73 years old, I’m kickin’ ass, I’m a good old man.”

Ron Aniello starring Bruce Springsteen

Ron Aniello heeft zoveel uren aan het project besteed met het inspelen van de muziek, dat de plaat ook uitgebracht had kunnen worden onder zijn naam. Ron Aniello starring Bruce Springsteen. Dat de muziek voornamelijk door één persoon is gespeeld, lijkt ook een zwakte van het album te zijn. De plaat laat bij tijd en wijle door de volle productie een steriele indruk achter en de energie die een goede liveband zou kunnen creëren – op een podium maar ook in de studio – ontbreekt. Niet dat de soul op deze soulplaat helemaal ontbreekt, maar het is soms wel zoeken naar de ziel van Only the Strong Survive.

Her en der is de toonsoort van de originele nummers aangepast aan Springsteens stem. Ook veroorlooft Bruce zich hier en daar iets te improviseren in de tekst, maar veelal volgt hij, soms noot voor noot en qua tempo, de originele opnames van deze nummers. Vergeleken met de originelen heeft Ron Aniello de productie naar huidige maatstaven opgeschroefd. Bruce zegt erover: “I put my own spin on the singing, and my team mastered and sonically modernized some of the most beautiful songs in the American pop songbook.”


Het zijn vooral korte tracks, de meesten duren tussen drie en vier minuten en eindigen met een fade-out. Bruce heeft in het verleden natuurlijk veel soulnummers gecoverd, waaronder ‘Higher and Higher’, ‘Sweet Soul Music’, ‘Shout’ en ‘634-5789’. Helaas heeft hij al deze relatief bekende soulnummers voor Only the Strong Survive links laten liggen. Het merendeel van de liedjes zijn redelijk obscuur, een paar bekende hits daargelaten. Misschien heeft Bruce deze nummers opgedoken in zijn muziekbibliotheek toen hij tijdens de lockdownperiode discjockey speelde in zijn eigen radioshow From My Home To Yours op E Street Radio.

Sam Moore

Een veel bezongen thema op de plaat – en in soulmuziek in het algemeen – is het gevoel van melancholie, de spijt van een mislukte relatie en het liefdesverdriet dat je er gratis bijkrijgt. Een goed voorbeeld van zulk hartzeer is het titelnummer ‘Only the Strong Survive’ van Jerry Butler, waarmee Bruce het album aftrapt. Soullegende Sam Moore zingt met Bruce mee bij ‘I Forgot to Be Your Lover’ op het tweede deel van de plaat. En eerder duikt hij al op, zowel in de tekst als zingend, bij het tweede nummer: ‘Soul Days’ van Dobie Gray. Bruce roept een aantal oude soulmuzikanten aan (een van de veranderingen ten opzichte van het origineel van Gray), en daaronder zijn natuurlijk ook Sam & Dave. Hij heeft er nooit een geheim van gemaakt groot bewonderaar te zijn van het befaamde duo. Sterker nog: hij heeft zelfs bekend zijn performance op het podium afgekeken te hebben van, onder anderen, Sam Moore.

Bruce bezocht hun concerten – in zijn biografie noemt hij de Satellite Lounge op legerbasis Fort Dix in Cookstown, New Jersey als een plek waar hij hen zag optreden – en bestudeerde de twee frontmannen dan minutieus. Sam Moore speelde in 1999 voor het eerst samen met Bruce en de E Street Band tijdens het concert in Phoenix van de Reunion-tour. En hij verscheen in 2002 als special guest op het podium bij drie Springsteen-kerstshows in Asbury Park. In 2009 begeleidden Bruce en de E Street Band de soullegende bij zijn deelname aan het Rock ’n Roll Hall of Fame 25th Anniversary Concert in New York. In 2006 bracht Sam Moore het album Overnight Sensational uit met daarop een duet met Springsteen: ‘Better to Have And Not Need‘.

Muziek uit de jaren zestig en zeventig

In het persbericht waarmee het album eind september werd aangekondigd, staat een citaat van Springsteen. “Ik wilde een album maken waarop ik alleen maar zing. En welke muziek is daar meer voor geschikt dan de Amerikaanse popmuziek van de jaren zestig en zeventig? Ik heb inspiratie gehaald uit (de muziek van) – onder (vele) anderen – Levi Stubbs, David Ruffin, Jimmy Ruffin, the Iceman Jerry Butler, Diana Ross, Dobie Gray en Scott Walker. Ik heb geprobeerd ze allemaal recht te doen – en aan al die andere fabuleuze schrijvers van deze grandioze muziek. Mijn doel is om het hedendaagse publiek de schoonheid en vreugde van deze muziek te laten ervaren, net zoals ik ervaren heb toen ik die zelf voor het eerst hoorde. Ik hoop dat je net zo gaat genieten van het luisteren naar dit album als ik deed bij het maken ervan.”

Bruce en band playbacken op video

Een recenter nummer op het album is de tweede single, ‘Nightshift’ van The Commodores. Het is met bijna vijf minuten ook het langste nummer van de cd. Hoewel populair in veel landen, behaalde de single van The Commodores in 1985 alleen in Nederland de hoogste plek in de Singles Top 40. Na ‘Nightshift’ volgt het uptempo gezongen ‘Do I Love You (Indeed I Do)’, de eerste single van het album. Bruce speelt in de clip met een band, waarvan de meeste muzikanten ook in ‘Nightshift’ meespelen. De muziek die onder beide video’s is te horen, is de albumopname. Dus de drummer, bassist, toetsenist en gitaristen staan allemaal – net als Bruce, de zangers en strijkers – te playbacken. Opvallend daarbij is dat ‘Nightshift’ helemaal geen strijkers heeft, terwijl in de videoclip de violisten wel heel druk met hun instrument in de weer zijn.

Opvallend is ook de afwezigheid van Steve Van Zandt bij juist dit soulproject. Little Steven, door velen gezien als een van meest prominente bewakers van de kenmerkende soulmuziek van de Jersey Shore en niet voor niets bandleider van The Disciples of Soul, schittert hier door afwezigheid. Hij is niet de enige afwezige, Bruce heeft geen enkel E Street Band-lid voor deze plaat opgetrommeld. Alleen Soozie Tyrell maakt deel uit van het achtergrondkoor waarin we ook Lisa Lowell, Curtis King Jr. en Michelle Moore herkennen. Allen hebben in het verleden met Bruce getourd. Patti Scialfa daarentegen maakt geen deel uit van de achtergrondzangers. Bij de blazers herkennen we leden van de E Street Horns: Eddie Manion, Curt Ramm, Clark Gayton en Barry Danielian. Maar dus geen Jake Clemons op saxofoon.

‘Don’t Play that Song’ start met publieksgeluid opgenomen in de studio, waarmee een pseudo-live-effect wordt gecreëerd vergelijkbaar met ‘Sherry Darling’ op The River. Bruce volgt hier maar losjes het origineel van Ben E. King. Bij andere nummers op het album zijn de originele uitvoeringen wel heel herkenbaar gebleven.

Onder de bekendere nummers op het album is ‘The Sun Ain’t Gonna Shine Anymore’. Dit was een bescheiden hit voor Frankie Valli, maar in de uitvoering van The Walker Brothers – die meer overeenkomt met Springsteens versie – bereikte de single een nummer 1-notering in Engeland. ‘Turn Back the Hands of Time’ van Tyrone Davis behaalde plek 3 in de Amerikaanse Billboard-lijst. ‘I Wish It Would Rain’ van The Temptations was nummer 4 in Amerika. ‘Someday We’ll Be Together’ van Diana Ross & The Supremes behaalde de toppositie in de Billboard Hot 100. ‘What Becomes of the Brokenhearted’ van Jimmy Ruffin stond ooit op nummer 2 in een Franse hitlijst.


Het is afwachten of Bruce volgend jaar tijdens de E Street Band-tour meer soulmuziek op de setlist zal zetten. De E Street Band-shows waren eerder ook al doorweven met soulmuziek. Daaronder zaten de eerder genoemde covers, maar ook Springsteen-nummers als ‘Back in Your Arms’, ‘Tenth Avenue Freeze-out’, ‘Drive All Night’ en ‘Spirit in the Night’. Een paar tracks van Only the Strong Survive zullen live waarschijnlijk beter uit de verf komen dan in de studio. Zo schreeuwt de single ‘Do I Love You (Indeed I Do)’ haast om voor publiek gespeeld te worden. Ervan uitgaande dat er nog (minstens) een opvolger (Volume 2) wordt uitgebracht, waarschijnlijk tijdens de tour, lijkt het onvermijdelijk dat enkele covers een plek op de setlist krijgen – al wacht veel materiaal van Letter to You natuurlijk ook nog op een live-debuut. Voldoende keuzes om de setlist voor de tour op te frissen!

Het album is verkrijgbaar op cd en dubbel-lp (waarvan één kant leeg is gebleven).


Tracklist (met jaartal van eerste uitgave en artiest die het nummer het eerst uitbracht):

  1. Only the Strong Survive (1968 – Jerry Butler)
  2. Soul Days (met Sam Moore) (2001 – Dobie Gray)
  3. Nightshift (1985 – The Commodores)
  4. Do I Love You (Indeed I Do) (1965 – Frank Wilson)
  5. The Sun Ain’t Gonna Shine Anymore (1965 – Frankie Valli)
  6. Turn Back the Hands of Time (1970 – Tyrone Davis)
  7. When She Was My Girl (1981 – The Four Tops)
  8. Hey, Western Union Man (1968 – Jerry Butler)
  9. I Wish It Would Rain (1967 – The Temptations)
  10. Don’t Play that Song (1962 – Ben E. King)
  11. Any Other Way (1962 – William Bell)
  12. I Forgot to Be Your Lover (met Sam Moore) (1968 – William Bell)
  13. 7 Rooms of Gloom (1967 – The Four Tops)
  14. What Becomes of the Brokenhearted (1966 – Jimmy Ruffin)
  15. Someday We’ll Be Together (1961 – The Supremes)