De box ‘The Legendary 1979 No Nukes Concerts’ van Bruce Springsteen en de E Street Band verschijnt 19 november op twee cd’s en dubbel-lp. Bij de cd’s zit ook een dvd of blu-ray. De concertbeelden zijn een compilatie van de twee concerten die Springsteen en de E Street Band op 21 en 22 september 1979 in Madison Square Garden gaven op het door Musicians United for Safe Energy georganiseerde No Nukes-festival. Aangezien er maar weinig professionele filmopnames zijn van Springsteen-optredens uit de jaren zeventig een uniek document. Zeker omdat het ook het eerste moment markeert dat Springsteen zijn sociaal-maatschappelijke kompas aan het grote publiek toont.

Door Jos Westenberg en Muriël Kleisterlee

In 1979 richtten de muzikanten Jackson Browne, Graham Nash, Bonnie Raitt, Harvey Wasserman, John Hall en concertpromotor Tom Campbell de protestbeweging Musicians United for Safe Energy (MUSE) op. In de jaren zeventig was er wereldwijd maatschappelijke onrust rondom het thema kernenergie. De genoemde vijf muzikanten waren allen afzonderlijk actief betrokken bij demonstraties tegen kernenergie en tegen kernwapens. Ook de uitbuiting van de Native Americans, wiens land onteigend werd ten faveure van fabrieken die uranium voor kernreactors verrijkten, stond bij Bonnie Raitt en Jackson Browne hoog op hun persoonlijke activistische agenda. Toen de familie van Karen Silkwood bij Browne en Raitt aanklopte om een concert te organiseren met als thema het uitbannen van kernenergie, werd het plan voor het No Nukes-concert geboren.


Silkwood was een chemicus die werkte in een fabriek die brandstof voor kernreactors maakte. Ze raakte door haar werk besmet met radioactief plutonium en luidde daarna de noodklok over de gevaren van kernenergie. Bovendien klaagde ze haar werkgever aan vanwege de ziekmakende stoffen waaraan ze was blootgesteld. Toen zij op weg was naar een afspraak met een New York Times-journalist aan wie ze haar verhaal zou vertellen, werd een verdacht auto-ongeluk haar fataal.

Deze kwestie zorgde voor veel ophef in de Verenigde Staten. De maatschappelijke onrust rondom de gevaren van kernenergie werd verder aangewakkerd door The China Syndrome, een speelfilm met Michael Douglas en Jane Fonda in de hoofdrollen over een ramp met een kernreactor. Twaalf dagen nadat de film in première was gegaan, werd dat fictieve verhaal plotseling keiharde werkelijkheid toen de kernreactor Three Mile Island bij Harrisburg, Pennsylvanië in meltdown ging. Door deze ramp stonden de muzikanten vervolgens in de rij om zich bij MUSE aan te sluiten. De geplande enkele benefietshow in de New Yorkse Madison Square Garden mondde uiteindelijk uit in een serie van zes concerten, vijf in Madison Square Garden en een openluchtconcert waar 200.000 mensen kwamen.

Bruce op de cover van Rolling Stone met rechts van hem Bonnie Raitt, links Carly Simon en James Taylor en voor hem Jackson Browne, Graham Nash en John Hall.

“Broooce!!”
Voor sommige populaire bands als Aerosmith en Blondie die graag wilden optreden, was er niet eens meer plaats in het programma. Wel voor Bruce Springsteen en de E Street Band. Springsteen was op 1 januari 1979 klaar met de Darkness-tour die zeveneneenhalve maand had geduurd. En op een paar gastoptredens en bruiloftspartijtjes na had Bruce in 1979 verder niet meer opgetreden. Vanuit een ontluikend engagement zocht hij naar sociaal-maatschappelijke thema’s en in Jackson Brownes initiatief vond hij er eentje. Springsteen werd geprogrammeerd als headliner van de laatste twee shows in Madison Square Garden, op 21 en 22 september 1979.

De zaal zit vol met Springsteen-fans die Tom Petty’s optreden verstoren met ‘Broooce’-geroep. In de No Nukes concertfilm die in 1980 verscheen, zie je Jackson Browne backstage tegen Petty zeggen: “Als je denkt dat ze ‘boe’ roepen, dan is dat niet zo. Ze roepen gewoon ‘Broooce’.” Petty reageert cynisch: “Well, what the hell is the difference?” Ook disco-queen Chaka Khan moet het op het podium ontgelden. Het ‘Broooce’-geroep brengt haar backstage tot tranen waar ze door Bonnie Raitt wordt getroost met de woorden: “Too bad the guy’s name wasn’t Melvin or something.” De optredens van Springsteen zijn kort, elk iets meer dan een uur, maar de energie spat van het podium af. “It was fun because you could go like a runaway train in an hour”, zei Bruce er in 1981 over tegen muziekblad Creem. Met zo veel muzikale tijdgenoten die aan de zijkant van het podium toekijken, is de druk hoog en lijkt het alsof Bruce voelt dat hij wat te bewijzen heeft. Daar komt nog bij dat de shows op de vooravond zijn van zijn dertigste verjaardag.


De video die bij de No Nukes-set zit, is een combinatie van beide optredens. Het is heel duidelijk welke beelden van de eerste en welke van de tweede avond zijn. Want Bruce draagt de eerste avond een zwart overhemd, de tweede avond een grijs-blauw overhemd. Clarence Clemons is de 21ste gekleed in een rood pak en draagt een hoed, de 22ste is hij gestoken in een wit kostuum.

Taart voor ‘The River’

De film begint met een felle uitvoering van ‘Prove it All Night’ (van de tweede avond) met een vlammende gitaarsolo van Bruce. Het lang uitgesponnen intro dat hij in 1978 vaak speelde ontbreekt echter. De trein dendert meteen door met ‘Badlands’, waarvan de video al enkele weken voor de release in première is gegaan. Na de solo geeft Bruce een paar ‘windmills’ à la Pete Townshend ten beste. ‘The Promised Land’ draagt Bruce op aan de grondleggers van MUSE, John Hall, Graham Nash, Bonnie Raitt, Tom Campbell en Jackson Browne. Bruce speelde hier het intro nog op twee verschillende mondharmonica’s en na de wissel gooit hij de net gebruikte harmonica in het publiek.

Ook in 1979 zie je al mensen in het publiek staan die Springsteen graag willen aanraken. Een opmerkelijk tafereel doet zich voor tijdens de tweede mondharmonicasolo. Een jonge (even oud als Bruce op dat moment waarschijnlijk) man in het publiek strekt zijn hand naar Bruce uit, maar diens handen zijn gevuld met de mondharmonica. Als het nummer is afgelopen tikt Bruce als ware het een blik van erkenning even op zijn hoofd en slaat dan zijn hand alsnog even vlug tegen die van de man aan. Die lijkt nog meer te willen (de mondharmonica?), maar Bruce loopt weg.


Nog voor het volgende nummer krijgt Bruce uit het publiek een taart aangereikt ter gelegenheid van zijn 30ste verjaardag. “Don’t remind me”, zegt hij lachend terwijl hij de taart aanneemt, om ‘m vervolgens met een grote boog naar de zijkant van het podium te gooien. “Send me the laundry bill. I hit Steve’s mother”, zegt Bruce lachend. Daarna komt ‘The River’. Dit is de tweede uitvoering van het gloednieuwe nummer, het debuut vond een dag eerder plaats. De officiële videoclip is van die eerste uitvoering, maar voor de No Nukes-box is gekozen voor de beelden van de tweede avond. Vreemd genoeg is wel het intro weggeknipt waarin Bruce zegt: “This is for my mother and my sister.” Je voelt de emotie bij Bruce tijdens deze prille uitvoering van een van zijn bekendste nummers. De tekst, die op een enkel punt nog afwijkt van de huidige versie, is natuurlijk nog onbekend bij het publiek en wordt nergens meegezongen. Onder het eerste couplet is Bruce onwennig op zoek naar de mondharmonica, die hij uiteindelijk in zijn rechter jaszak vindt.

Struikelpartij

Na dit serieuze moment in de set komt de afleiding met ‘Sherry Darling’. “I’m officially over the fucking hill. I can’t trust myself anymore”, zegt Bruce voorafgaand aan het nummer over zijn leeftijd. “Let me hear some party noises!” ‘Sherry Darling’ is wel al bij een deel van het publiek bekend (iemand heeft zelfs een feesttrompetje meegenomen); hij speelde het immers al een paar keer tijdens de Darkness-tour, maar ook dit nummer wordt niet meegezongen. Het lage podium en de uitloper vooraan waar het publiek tegenaan staat, benut Bruce om in contact met de fans op de eerste rij te komen. Er is confetti op het podium te zien. Bruce bespeelt ook het publiek dat achter het podium zit. Wanneer hij met Clarence naar achteren loopt, struikelt de Big Man en in zijn val trekt hij Springsteens gitaarsnoer uit de zender die aan zijn gitaarriem hangt. Een roadie probeert die weer in te pluggen, maar plagend rent Bruce van deze helpende hand weg. Het was duidelijk nog een andere tijd: het podium ligt vol met snoeren en roadies zijn vaak druk op het podium bezig om versterkers bij te stellen. Ook de cameravoering is veel eenvoudiger en minder fraai dan we van recentere videoproducties gewend zijn.

Wisselende kleding

‘Thunder Road’ is het eerste nummer waarin wordt geschakeld naar de beelden van de show op 21 september. Hier draagt Bruce dus een zwart overhemd met aan de ene kant van de knopen een motiefje en de andere kant een borstzak met rode bies. Ook voor dit nummer is de uitvoering van de andere avond gekozen dan de eerder uitgebrachte videoclip. Dat geeft dit document extra waarde. Bruce draagt ‘Thunder Road’ op aan een paar fans, die hij bij naam noemt en over wie hij vertelt dat ze hem goedkope cadeaus brengen in zijn hotel. Hij voegt eraan toe dat het niet het nummer van hun keuze is. ‘Jungleland’ is ook van 21 september. Aan het begin zie je aanstekers in het publiek.

De beeldkwaliteit is hier wel wat rudimentair. Niet alles is digitaal opgepoetst. Je ziet soms afgeronde, niet bijgekleurde ronde bovenhoeken en haartjes. De een zal dit storend vinden (veel beelden zijn wel opgehaald, waarom niet alles?). De ander zal vinden dat de beelden hierdoor hun authentieke karakter behouden. Hetzelfde geldt voor twee digitale klokken aan beide zijkanten van het podium, waar niet alleen de uren en minuten wegtikken, maar ook de seconden en zelfs honderdste seconden. Bij ‘Thunder Road’ wordt ook duidelijk dat de productie van de film in handen was van een algemene filmcrew die niet bekend was met Springsteens optredens. Daardoor blijft bijvoorbeeld de gitaarsolo van Stevie Van Zandt – mede door het gelimiteerd aantal camera’s – buiten beeld.

Emergency announcement

‘Rosalita’ begint met het ‘Stagger Lee’-intro en midden in het nummer stelt Bruce de band voor. Het zien van de jonge Danny Federici en Clarence Clemons roept veel nostalgie op. ‘Born to Run’ volgt. Bruce eindigt het nummer met een opmerkelijke sprong, waarin hij de gitaar plat boven zijn hoofd houdt. Daarna verlaat hij onmiddellijk het podium, gevolgd door de band. Voor de toegift ‘Stay’ (oorspronkelijk van Maurice Williams and the Zodiacs) vraagt Bruce Jackson Browne, Tom Petty en Rosemary Butler het podium op. Daarmee is meteen duidelijk dat dit beelden zijn van 22 september, want de uitvoering van een dag eerder was zonder Tom Petty. Rosemary Butler komt tijdens haar vocale solo’s nauwelijks in beeld.

Bruce met Jackson Browne, Tom Petty en Rosemary Butler.

De volgende toegift is een waanzinnige uitvoering van de ‘Detroit Medley’ (van 21-9, het werd 22-9 niet gespeeld). De zaallichten gaan aan, er zijn publiekshots te zien en Bruce krijgt een zonnebril toegeworpen die hij opzet. Een hoogtepunt is de act die Springsteen en Clemons aan het einde van het nummer opvoeren en die we jarenlang alleen van live audio-opnames van de Darkness-concerten kenden. Bruce loopt plotseling naar de zijkant van het podium waar de concertpromotor samen met Jon Landau en een paar roadies staat toe te kijken. Bruce speelt vervolgens alsof hij van hen een belangrijke boodschap krijgt. “De directie van de zaal heeft mij gevraagd om een ​​medische noodaankondiging te doen. Als er iemand in de zaal een zwak hart of een zwakke maag heeft of onlangs een hart- of hersentransplantatie heeft ondergaan, verlaat dan alsjeblieft de zaal voor het volgende deel van de show, want dat kan gevaarlijk voor je gezondheid zijn.” Bruce heeft zijn act van 1978 nog wat uitgebreid; hij vertelt ook dat je bij hem een verzekeringspolis kunt afsluiten tegen de schade die je oploopt wanneer hij en Clarence een dansje doen.

Clarence en Danny delen de microfoon onder ‘Quarter to Three’.

Na de ‘Detroit Medley’ volgt ‘Quarter to Three’, dat op 22-9 de afsluiter van de show was. Opvallend is dat Danny Federici vooraan bij de microfoon van Clarence komt meezingen, terwijl Roy Bittan aan de andere kant van het podium met Garry bij Steve aan de microfoon staat. In de montage zijn andere beelden gebruikt dan die in de halve uitvoering van het nummer zitten in de oorspronkelijke concertfilm van 1980. Die keuze pakt niet overal goed uit. De beelden van het ter aarde storten van de zogenaamd uitgeputte Springsteen zijn anders gemonteerd, waardoor die act helaas minder goed overkomt.

Bruce zet Lynn Goldsmith zaal uit

“Quarter to Three’ is flink ingekort. Thom Zimny, de regisseur die ook deze Springsteen-uitgave voor zijn rekening neemt, verklaarde al eerder dat hij het befaamde incident met Lynn Goldsmith, de concertfotograaf en Springsteens ex-vriendin, uit de film heeft gehouden. Tijdens de show zag Bruce haar foto’s maken (volgens zeggen tegen zijn verzoek in). Onder ‘Quarter to Three’ stapte hij de zaal in en voerde haar aan haar arm het podium op. “This is my ex-girlfriend”, zei Bruce in de microfoon en liet haar vervolgens de zaal uitzetten. “Het is geen muzikaal moment”, verklaarde Zimny over zijn keuze om het weg te laten. “Zelfs als je het zou willen gebruiken, is het niet eens echt gedocumenteerd, omdat het zo’n chaotisch moment was en de cameramannen niet wisten wat er gebeurde.”

Wat de fotografe er zelf over zegt

In haar boek PhotoDiary uit 1995 beschrijft Goldsmith haar versie van het incident. “Ik had mijn diensten als fotografe al verbonden aan MUSE nog voordat Bruce mee zou doen. Ik wilde niet dat een van ons zich er ongemakkelijk bij zou voelen, maar ik wilde ook niet opeens verdwijnen nu Bruce plotseling besloten had om mee te doen. Hij was vooraf naar mijn appartement gekomen en we hadden besproken hoe we ermee om zouden gaan. Hij zegde toe om niet voor 10 uur ’s avonds naar de zaal te komen en ik zou niet backstage komen. Hij vierde die avond zijn dertigste verjaardag. En het was Madison Square Garden. Die twee zaken maakten hem nerveus. Mij had hij ooit verteld dat hij nooit in zulke grote zalen wilde optreden, omdat ze voor rock-‘n-roll niet geschikt zouden zijn. In feite was hij er bang voor. En hij was bang om ouder te worden. Op het podium kreeg hij een taart die hij in het publiek smeet. En later gooide hij een mondharmonica de zaal in. Zoiets zou hij normaal gesproken nooit doen, want hij wist dat hij dan iemand zou kunnen verwonden. Ik wist wel dat er iets mis was die avond. Maar ik wist niet hoe erg mis het was.

Bruce met Lynn Goldsmith vlak voordat hij haar de zaal uit laat zetten.

“Bruce dacht dat hij mij in het publiek had gezien en hij was boos. Hij had zijn roadies gevraagd mij daar weg te halen. Ze waren komen kijken maar hadden me niet gevonden. Ik stond bij de filmcrew, ongeveer op de tiende rij. Ik wist niet dat er een probleem was. Nadat Jackson Browne en Tom Petty de microfoon met hem hadden gedeeld, begon ik mijn spullen in te pakken. Ik had een foto van dat moment gemaakt, de foto die we nodig hadden. De zaallichten waren aan, het publiek stond op de stoelen. Ik voelde mensen me op mijn schouder tikken, ‘hij wil jou hebben’. Ik keek op en zag Bruce naar me wijzen en met zijn vinger bewegen om naar voren te komen. Ik schudde mijn hoofd en lachte, want ik werd bang. Ik kende die blik in zijn ogen wanneer hij boos was. Ik pakte snel mijn cameratas en probeerde weg te komen. Bruce sprong het podium af en kwam achter me aan. Hij pakte me, draaide mijn arm op mijn rug. Ik dacht dat hij mijn arm zou breken. Ik smeekte hem me te laten gaan. Hij greep me steviger vast. Hij trok me het podium op, naar de microfoon en zei: ‘This is my ex-girlfriend.’ Toen sleurde hij me over het podium. Ik was vernederd. Toen we nog samen waren, had ik hem al laten weten dat ik mezelf wilde zijn, Lynn, en niet ‘zijn vriendin’. En nu stelde hij mij tegenover iedereen zo voor, omdat hij wist dat dat mij het meeste pijn zou doen.”

‘Rave On’

Na ‘Quarter to Three’ volgt de aftiteling terwijl er nog beelden komen van de bonusuitvoering van ‘Rave On’, de hit van Buddy Holly waarmee het optreden van 21 september werd afgesloten. Het begin is wat rommelig. Er lijkt iets aan de hand te zijn met iemand in het publiek op de eerste rij en Bruce lijkt eerst te vragen of die persoon in orde is. De korte uitvoering toont de jonge bezetenheid waarmee Bruce die twee No Nukes-optredens inging. “I was just a kid”, zei Bruce er onlangs over bij de tv-show van Stephen Colbert. En bij de eerste screening van de film in Red Bank zei hij: “We waren jong, dus de film zit vol jeugdige energie op een niveau dat zelfs mij verraste toen ik het zag.”

In het eerste persbericht waarmee de release werd aangekondigd zei Springsteen gelukkig te zijn met de beelden van Danny Federici en Clarence Clemons in de film. “Het is heel intens om de jonge Clarence en Danny te zien. Maar vooral Clarence, omdat hij vooraan op het podium stond en zo atletisch en zo jeugdig was. Hij zag er gewoon zo verdomd goed uit. Het is prachtig om zo de performance van Clarence te ervaren, en die van mij met hem samen.” Manager Jon Landau roemt de release in hetzelfde persbericht uiteraard ook. “De legendarische No Nukes-concerten uit 1979 zijn het beste document uit die tijd dat we ooit zullen hebben. Het is pure rock van begin tot eind. Het energieniveau is onovertroffen, en de beheersing van de kunst en het ambacht van rockmuziek is ontzagwekkend. Bruce vervoert zichzelf naar een plek waar endorfine is vrijgekomen. Hij drijft op pure energie, het is spectaculair.”

“De MUSE-concerten waren onze toegang tot de politieke arena” – Bruce in zijn boek Born to Run

 

Opvallend is dat de twee optredens die Springsteen en de E Street Band gaven, de enige bij No Nukes zijn die in zijn geheel op film zijn vastgelegd. Danny Goldberg, de regisseur van de oorspronkelijke concertfilm, wilde slechts een documentaire van de shows maken. En omdat film duur was, had hij besloten van elke act maar twee nummers op te nemen. “Bruce was zeer geïnteresseerd in het filmproces. Hij kwam veel vaker naar de regiekamer dan enig ander artiest van die avonden. Hij zat daar dan en gaf commentaar op elk beeld. Terugkijkend is het interessant dat No Nukes het allereerste evenement was waar hij zich inliet met politiek. Daar begon zijn rol als iemand die zich uitspreekt over politieke onderwerpen.”

Vervolg No Nukes

Het geld dat de No Nukes-concerten opleverde, werd eerst gestoken in productie van de concertfilm en het No Nukes-album (uitgegeven als 3 lp’s, anderhalve maand na de shows in 1979). De inkomsten die daaruit voortvloeiden, gingen naar organisaties die de maatschappij vrij van kernenergie proberen te krijgen. Springsteen schreef vlak na de No Nukes-concerten ‘Roulette’, zo is te lezen in zijn autobiografie. Dit nummer over een familieman in de dreigende schaduw van het ongeluk van de kerncentrale Three Miles Island, was het eerste dat Springsteen voor The River opnam, maar het verscheen pas in 1988 als b-kantje op de single van ‘One Step Up’.


In 1982 vond ook in Nederland een No Nukes-festival plaats. Op 9 april traden in de Utrechtse Jaarbeurs onder andere Doe Maar, Drukwerk, The Stranglers, Dave Edmunds en Urbanus op. De organisatie had geprobeerd enkele van de oorspronkelijke MUSE-artiesten naar Nederland te halen voor het eenmalige concert, maar dat bleek niet haalbaar. De MUSE-artiesten zijn zich wel in de jaren na de shows van 1979 blijven verbinden aan het goede doel van schone energie. Zo werd na de kernramp bij Fukushima waar een kernreactor een meltdown doormaakte na de tsunami van maart 2011, nog eenmalig een No Nukes-concert georganiseerd. De grondleggers van MUSE, Graham Nash (met Crosby en Stills), Bonnie Raitt, Jackson Browne en John Hall traden samen met Tom Morello en Jason Mraz op in Californië. Springsteen doneerde een deel van de opbrengst van de Live Archive-uitgave van de No Nukes-optredens aan MUSE. Deze uitgave is eerder dit jaar (toen het Springsteen-team al wist dat deze box uit zou komen) uit de catalogus gehaald en is niet meer te bestellen.