Bruce speelde op een akoestische gitaar en droeg in-ear monitors, zoals hij ook deed op Times Square in New York in 2014, toen hij als invaller van Bono met U2 ‘Where the Streets Have No Name’ en ‘I Still Haven’t Found What I’m Looking For’ speelde. (Ook Coldplay-frontman Chris Martin trad toen met U2 op.) De in-ear monitors vielen nu wel af en toe uit Springsteens oren.
Chris Martin kondigde Bruce aan met de woorden: “I have a tattoo on my arm, because this person is my hero. I can’t believe we get to say it, but please welcome Mr. Bruce Springsteen.” Bruce kwam het zogenaamde C-podium op, dat op het veld in het publiek stond, met de bandleden in een cirkel opgesteld. “Chris heeft hier al een tijdje een tatoeage van op zijn arm, dus ik denk dat we deze moeten spelen”, zei Bruce voorafgaand aan ‘Working on a Dream’ dat hij afwisselend met Chris Martin zong. Ook op ‘Dancing in the Dark’ deelden ze de vocalen, terwijl Martin piano speelde.