Springsteen en de E Street Band hebben zaterdag 27 juli het tweede concert in Wembley Stadion in Londen gegeven, de Europese tourafsluiter. De grootste verrassing van de avond was dat de E Street Band even compleet was toen Patti Scialfa met Bruce kwam meezingen met ‘Tougher than the Rest’.
“Good evening Londen. It’s Saturday night!” Dat waren Springsteens veelbelovende beginwoorden aan het publiek voordat hij aftelde voor de opener ‘Lonesome Day’. ‘Candy’s Room‘ was het tweede nummer van de show en het eerste van negen nummers die niet bij het eerste concert gespeeld waren. Bruce speelde een venijnige gitaarsolo die hij daarna al snel overtrof op ‘Adam Raised a Cain‘. Het outro verlengde Springsteen spontaan, toen het publiek begon mee te zingen en Bruce zelf enkele regels beantwoordde met “Raised a Cain”.
Daarna volgde ‘Death to My Hometown‘, dat ook in de soundcheck was gerepeteerd. Jake Clemons en Anthony Almonte kwamen met hun trommels op de voorgrond staan aan weerszijden van Bruce, die voor deze uitvoering een andere Telecaster dan gebruikelijk aan had gepakt van gitaarroadie Kevin Buell.
Aan het einde van ‘The Promised Land’ gaf Bruce nu eens niet zijn mondharmonica aan iemand die er nadrukkelijk om vroeg met een bordje, maar aan een Zweedse vrouw van middelbare leeftijd, die vooraan bij het podium stond.
Tijdens ‘Hungry Heart‘ liet Bruce tijdens zijn rondje langs het publiek een meisje, dat op de schouders van haar vriend zat, een regeltje meezingen. Op zijn terugweg kreeg hij een zilverkleurige stropdas aangereikt. Terug bij het podium leek Bruce nog even de das om te willen strikken, maar dat paste natuurlijk niet omdat hij al een das droeg. Opvallend was dat ook Garry Tallent een zilverkleurige stropdas droeg en deze net als Bruce in zijn overhemd had gestoken.
‘Darlington County‘ was nog een moment voor Bruce om langs de voorste rij te gaan. Hij liet zich in het publiek vallen en kreeg een klein beertje dat hij in zijn broekzak stak. Op zijn terugweg naar het podium stopte hij ook om een shirt van een jonge fan te signeren. Bruce nam hiervoor uitgebreid de tijd en Nils begon al met het zingen van het derde couplet, maar onderbrak zijn tekstregel en wachtte totdat Springsteen klaar was met signeren. Dit voorbeeld toont de veerkracht van de E Street Bandleden die op elk onverwacht moment in de show weten hoe ze moeten reageren.
Eenmaal terug op het podium soleerden Springsteen en Little Steven gezamenlijk en liet Springsteen ook Jake Clemons en Soozie Tyrell hun solo’s spelen.
Het verrassingsmoment van de avond brak aan toen Bruce zich weer tot het publiek richtte: “It’s a Saturday night! And what better treat on a Saturday night than to have the entire E Street Band with Miss Patti Scialfa tonight.” Patti verscheen stralend op het podium en zong met Bruce ‘Tougher than the Rest‘, dat Springsteen met de band, maar dan zonder Patti, ook in de soundcheck had gerepeteerd. Bruce leek extra verheugd met de aanwezigheid van zijn echtgenote op het podium, de uitvoering toonde de intimiteit tussen hem en Patti toen ze neus aan neus de microfoon deelden. Een grappig moment kwam toen Patti met haar mouw bleef vasthangen in de stemknoppen boven aan de gitaarhals, net toen Bruce de mondharmonica wilde inzetten. Patti wist de mouw los te krijgen, tot hilariteit van Bruce die daarna de gitaar voor haar wegdraaide. Patti legde daarna haar hoofd op Springsteens schouder die de harmonicasolo afmaakte en zijn vrouw een zoen gaf. Patti verdween daarna aan de zijkant van het podium, maar niet voordat ze Little Steven en Garry Tallent omhelsde en Roy Bittan nog even kort aanraakte.
‘Darkness on the Edge of Town‘ was een spontane toevoeging aan de setlist, want de bandleden stonden al klaar voor ‘Youngstown’. Bruce vond in dit nummer de verbeten gedrevenheid terug die hij na ‘The Promised Land’ door de publieksnummers ‘Hungry Heart’, ‘Darlington County’ en het duet met Patti op ‘Tougher than the Rest’ logischerwijs had vervangen door een ontspannen houding. Waar de vorige uitvoering van ‘Darkness’, op het festivalterrein van Werchter, vocaal voor Springsteen nogal een uitdaging was, was deze versie nu prima, inclusief de schreeuw aan het einde. Bruce hield daarna de intensiteit hoog met overtuigende uitvoeringen van ‘Youngstown’ (inclusief gitaarsolo van Nils) en ‘Long Walk Home’ (ingeleid als “a prayer for my country”). Vooral de tekst in het laatste couplet van ‘Long Walk Home’ sprak Bruce met veel nadruk en overtuiging uit.
‘The E Street Shuffle’ bevatte weer het drumduel tussen Max Weinberg en Anthony Almonte. Springsteen zweepte vervolgens het publiek nog wat op en gaf daarna Anthony het laatste woord op zijn timbales. Na ‘Nightshift’, waarop de vocalisten van het E Street Choir hun talenten konden laten horen, was het tijd voor ‘Mary’s Place‘, dat ook gerepeteerd was. Nadat Bruce het publiek drie keer gevraagd had: “Is there anybody alive out there”, verzekerde hij iedereen dat hij en de band waren gekomen om inspiratie en rock-‘n-roll in ieders leven te brengen. Na de saxofoonsolo probeerde Springsteen het publiek tot stilte te manen: “Sssst.” Toen iemand toch begon te roepen, zei hij gekscherend: “Please don’t do that. There is always that one, fucking my whole thing up.”
‘The River‘ kreeg een bijzonder mooie uitvoering. De zang van Little Steven zat hoog in de mix en Bruce deed een mooi verlengd outro waarop het publiek hem lang liet doorzingen.
Daarna was het vaste deel van de set aangebroken, beginnend met ‘Last Man Standing’. Omdat er geen ondertiteling meeliep op de schermen, kon Springsteen wat van zijn vaste verhaal afwijken. Zo zei hij dat The Castiles niet zijn eerste band was, maar hij eerder in een ander bandje speelde dat echter alweer snel afscheid van hem nam. Bruce lachte daar nu sarcastisch om. Ook zei hij dat de E Street Band al “fifty fucking years” bestaat en hij verzekerde nog niet klaar te zijn met de band: “We ain’t done, we aren’t going anywhere.” Bruce zong het nummer daarna met veel overtuiging en ook ‘Backstreets‘ was wederom prachtig, met een nog wat uitgebreider intermezzo. Na het opnoemen van de spullen die hij van George Theiss bewaard heeft, zei hij: “These are the things that I can always hold in my hands and feel and touch.” En het ’til the end, til it ends’-gedeelte zong hij wat meer in plaats van het uit te spreken.
‘Because the Night’ was de tweede grote solo van Nils op deze avond. De mondharmonica aan het einde van ‘She’s the One’ ging naar een jonge Franse fan die op iemand schouders zat, in de buurt van het podium.
Bij ‘Wrecking Ball’ werd er weer luid gereageerd op de plaatsnaam ‘Jersey’, maar Bruce ging er deze keer niet op in maar zong snel door. Sowieso lag de snelheid van het doorspelen vanaf ‘Backstreets’ erg hoog. Ook ‘The Rising’ en ‘Badlands’ werden zonder te dralen achter elkaar doorgespeeld. Het slot van ‘Badlands’ kreeg de vaste reprise als opmaat naar ‘Thunder Road‘.
Voorafgaand aan deze setafsluiter liet Bruce het kopje van het kleine beertje, dat hij tijdens ‘Hungry Heart’ van iemand uit het publiek had gekregen, uit zijn linker broekzak tevoorschijn piepen. Na ‘Thunder Road’, toen de hele band aan de rand van het podium het applaus in ontvangst nam, scandeerde het publiek uitgebreid om ‘Jungleland’. Bruce reageerde erop, moedigde het publiek nog wat meer aan en begon op het ritme te dansen. Hij leek zelfs instemmend te knikken toen hij de band terugstuurde voor de toegift, maar in plaats van de viool van ‘Jungleland’ klonken de harde basnoten van ‘Born in the USA’.
‘Born to Run’, ‘Bobby Jean’ en ‘Dancing in the Dark’ volgden in rap tempo waarna de bandintroductie aan ‘Tenth Avenue Freeze-out‘ volgde. ‘Twist and Shout’ was de laatste toegift, inclusief de ‘I Don’t Want to Go Home‘-act met Little Steven. Bruce zei wel: “I have to admit. This is a hell of an audience. This is one motherfucker of an audience out here.”
De bandleden namen daarna afscheid van het publiek en van Bruce, die ‘I’ll See You in My Dreams’ nog speelde, maar niet voordat hij het publiek bedankte. “Het is altijd al geweldig om hier te zijn maar bij de laatste twee avonden hier in Wembley was het beste publiek dat we ooit in Engeland hebben gehad. Jullie hebben ons geholpen om deze plaats op te branden.” Na zijn uitvoering bedankte hij het publiek nogmaals met de woorden “The E Street Band loves you. We’ll be seeing you!”, uitgesproken met extra nadruk. Bruce bleef daarna nog een minuut op het podium om het applaus in ontvangst te nemen, voordat hij zich omkeerde en in de duisternis aan de achterkant van het podium verdween.
Leon Verdonschot was er twee keer bij in Wembley en mailde: “‘6,5 uur lang Bruce in Wembley: het was wat mij betreft opnieuw een emotionele achtbaan die weinig artiesten voor elkaar krijgen. Hoogtepunt van de eerste avond vond ik het blok van drie Nebraska/Tom Joad-nummers in de vorm van ‘Reason to Believe’ – ‘Atlantic City’ – ‘Youngstown’. En daarna meteen ‘Long Walk Home’ en in de toegift ‘Land of Hope and Dreams’. Nu de toekomst van de Amerikaanse droom op het spel staat klonken ze allemaal nóg indringender. Gelukkig kwamen ‘Youngstown’ en ‘Long Walk Home’ de tweede avond terug, nu in dezelfde sfeer aangevuld met een geweldige versie van ‘Death to My Hometown’. Ik vond ‘Long Walk Home’ de tweede avond nóg beter dan de eerste.
“Hoewel wat wankel uitgevoerd, was het ook heerlijk om ‘Tougher than the Rest’ weer eens te horen, met Patti, die met haar kleding aan Bruces gitaar bleef hangen, een ongemak dat hij met een grapje meteen uit de lucht haalde. Hij was sowieso deze tweede avond zeer uitgelaten. Stevie werd afgekondigd met een verwijzing naar Bada Bing!, de stripclub van Sil in The Sopranos. Het verhaal voor ‘Last Man Standing’ paste hij aan door opeens te vermelden dat hij voor 1965 in nog een band zat (‘But the threw me out, the fuckers’).
“De avond tussen de twee shows was ik naar de vertoning van filmfragmenten van Thom Zimny, waarbij ook Garry Talent in de zaal zat. Op de vraag van de moderator wie van de aanwezigen ook de avond ervoor in Wembley was geweest, stak ook Garry zijn hand op. Een onbedoeld effect van die tijdreis in filmfragmenten van de jaren zeventig (het No Nukes-concert) naar het heden was voor mij persoonlijk een zware melancholie bij de tweede show, met het besef van de eindigheid van avonden als deze.
“Bij de eerste show van deze tour die ik zag (Madrid avond 1) vond ik Bruce zeldzaam slecht bij stem. Op deze tweede avond in Londen vond ik hem juist het béste bij stem van de hele tour. Welke artiest piekt in vredesnaam vocaal bij zijn slótshow? Het leidde bij mij meteen tot grote opluchting (lees: ontkenning): zie je, niks aan de hand, dit kunnen hij en de band nog decennia volhouden, er komen nog talloze van deze avonden. Tijdens de introductie van ‘Last Man Standing’ memoreerde hij ook dat de E Street Band vijftig jaar bestaat. ‘And we ain’t quitting. Hell no.’ Dat ‘Hell no’ herhaalde hij nog twee keer. En zo was Londen 2 de avond van het daverend slot van de EU/UK-tour. Én van de belofte.”
Lennart Bloemhof bezocht beide shows in Londen en mailde: “De Wembley-shows waren een van de beste Bruce-shows die ik de afgelopen jaren heb gezien. Vanaf het eerste nummer op donderdag, tot ‘I’ll See You In My Dreams’ op zaterdag, straalde Bruce een prettige combinatie van gedrevenheid en ontspanning uit. Hij had er overduidelijk veel zin in, misschien ook enigszins geholpen door de bijzondere locatie. Wembley heeft een mythische status en ik begrijp inmiddels waarom. Alleen het lopen naar het stadion toe over de Olympic Way is een ervaring. Aan het eind van de kaarsrechte weg ligt het stadion. Aan weerszijden is van alles te beleven, en na de concerten klonk overal Springsteen uit de speakers. Op Wembley zelf was het logo van de tour geprojecteerd, wat de voorpret alleen maar verhoogde. Het leidde ook tot een ontspannen sfeer in het stadion, waarbij mensen vooral zin hadden in een goed concert. En dat kregen we.
“Wat betreft de eerste avond waren ‘Reason to Believe’ en een toch wel onverwachte – maar prachtig uitgesponnen – ‘Racing in the Street’ voor mij de hoogtepunten. Elke keer als Bruce de rauwe live-versie van ‘Reason to Believe’ speelt, lijkt die versie weer wat bijzonderder te worden. Nu viel het ingetogen stuk aan het einde mij op, met enkel Steve als begeleiding op elektrische gitaar. Nebraska-vibes!
“Voor de tweede avond had Bruce een VIP-deck vol celebrities bij elkaar verzameld, met onder anderen acteurs Pierce Brosnan en Jeremy Allen White, die Springsteen gaat spelen in de aangekondigde film over Nebraska. (Tijdens de eerste avond werd Tom Cruise gespot, red.) En ze kregen een Springsteen in topvorm te zien.
“Het viel aan het begin van de avond al een paar keer op dat Springsteen benadrukte dat het een zaterdagavond was, en dat suggereerde iets speciaals. Zo’n drie kwartier later werd duidelijk wat Bruce in petto had, toen hij Patti het podium opriep voor iets ‘speciaals’. Kort daarna zette de band ‘Tougher than the Rest’ in en volgde het absolute hoogtepunt van de avond. Het is onbeschrijfelijk mooi om Bruce en Patti zo intiem een van de mooiste nummers uit de Springsteen-catalogus voor een uitverkocht Wembley te zien spelen. In het nummer zat ook alles wat de Wembley-shows typeerde: de focus bij Bruce en tegelijk de ontspanning.
“Kolderiek moment was toen Patti met haar shirt vast kwam te zitten in de stemmechanieken van Bruce z’n Fender, kort voordat hij de afsluitende mondharmonicasolo wilde inzetten. Dat deed hij ook, en ondertussen worstelde Patti zich los uit de gitaar van Bruce. Bruce kon er om lachen, voltooide wonderwel probleemloos zijn solo en maakte er daarna nog een grapje van door zijn gitaar opzichtig op zijn rug te doen. Het tekent zijn vakmanschap. Daarna volgde er een innige knuffel tussen het stel, verliet Patti weer het podium en knalde Bruce vol in adrenaline een prachtige versie van ‘Darkness on the Edge of Town’, spontaan aan de setlist toegevoegd.
“Het gaf ons allemaal het gevoel dat we iets bijzonders aan het meemaken waren in Londen, met twee concerten van drie uur waarin Bruce geen seconde verzaakte. Daarnaast was het fijn om eens geen ondertitels te zien bij bijvoorbeeld de intro naar ‘Last Man Standing’, waardoor Bruce het verhaal op een meer natuurlijke manier leek te brengen en wat meer tijd had voor grapjes. Hij benadrukte daarbij dat de E Street Band nooit zal stoppen. Dat was al goed nieuws, maar het beste nieuws van de avond kwam aan het slot, toen hij het Britse publiek bedankte door te stellen dat dit het beste publiek was dat de band ooit had gezien in het VK en hij vervolgens zei: ‘We’ll be seeing you!’”
Paul Snelders vult nog aan: “Wembley was inderdaad magisch; twee avonden, dezelfde artiest en toch compleet anders. Wat wel hetzelfde was, was de enorme saamhorigheid onder de fans, wat bijvoorbeeld tot uiting kwam hoe er eendachtig geprobeerd is om een Nederlandse fan, die de eerste avond toegang tot het FOS-vak geweigerd werd omdat hij met een kruk loopt, hem de tweede avond wel binnen te krijgen. Dat is uiteindelijk gelukkig ook gelukt.
“Voor wie het nog nooit heeft kunnen meemaken, het bezoeken van een concert in het buitenland is toch een andere beleving. In Nederland gaan de meesten dezelfde avond op en neer, maar in het buitenland verblijf je meer onder de fans en merk je hoe groot de saamhorigheid is. Je maakt nieuwe, vaak internationale vriendschappen, kortom de voor- en napret is voor mijn gevoel nog groter.
“Avond 1 en avond 2 vergelijken is altijd lastig, kijk naar de opbouw van de setlisten tot aan ‘Wrecking Ball’ en je ziet meteen al dat het twee totaal verschillende concerten waren. Maar wel beide met enorm enthousiasme en een gedrevenheid bij Springsteem dat ik vorige jaar toch een beetje heb gemist. Hoogtepunt was inderdaad ‘Tougher than the Rest’, niet omdat ik nu vond dat Patti zo heel mooi zong, maar wel omdat de intimiteit in dat nummer ervan afspatte.
“‘Mary’s Place’ was een heerlijk vervolg op ‘Nightshift’, bijzonder om 90.000 mensen op een mooie zomeravond ‘Let it rain, let it rain, let it rain’ te horen zingen/schreeuwen. Het is is dat het dak bij Wembley open was, anders was het er zeker af gegaan. Na eventjes gas terug was het vanaf ‘Because the Night’ tot aan de toegiften een groot feest. Wat mede ook te danken was aan een grote groep Italiaanse fans om mij heen. Als dat volgend jaar in San Siro ook zo is, wauw! Het enthousiasme van deze fans werd merkte Bruce ook op, wat resulteerde in de mondharmonica voor een van de meiden in deze groep na ‘She’s the One’. Meer dan verdiend vond ik ook.
“Tijdens de break na ‘Thunder Road’ werd er vooraan luidkeels ‘Jungleland’ gescandeerd, Bruce hoorde dat ook en knikte zelfs mee. Om mij heen reageerde iedereen van ‘wow, zou het dan toch gebeuren’? Maar nee, zoals al verwacht werd gewoon ‘Born in the USA’ ingezet. Ik merkte om mij heen dat iedereen toch een beetje teleurgesteld was en er weer even in moest komen, maar gelukkig voor Bruce hadden de andere 89.000 daar geen last van.
“Met als afsluiting een fijne losse versie van ‘I’ll See You in my Dreams’ kwam een eind aan de Europese tour van dit jaar. Maar het feit dat hij zegt door te gaan ‘Till it ends’, ook met de E Street Band, maakt veel goed. Hopelijk zien we hem volgend jaar weer ergens in Europa.”
De Europese tour zit erop en Springsteen en de band hebben tweeënhalve week vrij, voordat de tour op 15 augustus in Pittsburgh met een reeks inhaalshows wordt hervat.
Eerdere concertverslagen van de Europese tour vind je in het touroverzicht.
Setlist 27-7: Lonesome Day / Candy’s Room / Adam Raised a Cain / Death to My Hometown / The Promised Land / Hungry Heart / Darlington County / Tougher than the Rest (met Patti Scialfa) / Darkness on the Edge of Town / Youngstown / Long Walk Home / The E Street Shuffle / Nightshift / Mary’s Place / The River / Last Man Standing (soloakoestisch) / Backstreets / Because the Night / She’s the One / Wrecking Ball / The Rising / Badlands / Thunder Road // Born in the USA / Born to Run / Bobby Jean / Dancing in the Dark / Tenth Avenue Freeze-out / Twist and Shout / I’ll See You in My Dreams (soloakoestisch)