In ‘Kitty’s Back’ kwam er deze keer geen roadie met een spiegel het podium op, maar Bruce speelde wel weer zijn lang aangehouden noot op gitaar van maar liefst dertig seconden en wreef met zijn rechterhand door zijn haar, voordat hij verderging met zijn gitaarsolo. ‘Pay Me My Money Down’ van Springsteens Seeger Sessions-album volgde achter ‘Kitty’s Back’ en ‘Working on the Higway’ kwam na ‘Burnin’ Train’. ‘Out in the Street’ en ‘Johnny 99’ vielen voor het eerst deze tour van de setlist af.
‘Pay Me’ speelden Springsteen en de E Street Band in New Orleans-stijl in dezelfde uitvoering die ze tijdens de Wrecking Ball-tour geregeld deden, dus met leuke riffjes van de blazers, verschillende toonsoortmodulaties en een solo van Charlie Giordano op accordeon. En na alle ophef rondom de ticketprijzen zong Bruce de tekstregel “Well I wish I was Mr. Gates / Pay me my money down / They’d haul my money in, in crates” (Als ik Bill Gates was, zouden ze mijn geld in kratten binnenhalen) zonder enig spoortje van ironie.
De krant Star Tribune schreef heel positief over Springsteens concert. “Het twee uur en drie kwartier durende optreden van Springsteen was het meest lonende, begeesterde en bevredigende concert in de Twin Cities [zo worden de twee buursteden St. Paul en Minneapolis genoemd, red.] ooit door een rockicoon in het latere deel van zijn carrière die al zo lang meedraait. Hij was energieker en beter bij stem dan Paul McCartney. Hij had meer meeslepende recente liedjes dan Elton John. Hij speelde veel langer dan de Rolling Stones. En hij speelde meer materiaal uit zijn grote oeuvre dan Bob Dylan. Misschien dat Neil Young nog met Springsteen kan wedijveren wanneer hij arena’s aandoet of Madonna wanneer zij deze zomer langskomt.
“In tegenstelling tot eerdere arenatours vertraagde Springsteen zelden, behalve tijdens de biechtende powerballade ‘Letter to You’ en het soloakoestische ‘Last Man Standing’. Springsteen is niet meer zo energiek als vroeger. Geen adrenalinegedreven sprints over het no-nonsense podium eindigend met een sliding op zijn knieën. Hij deed hier en daar een speels dansje — zoals een vader die zijn eigen ‘Dancing in the Dark’-video imiteert. Zelfs als zijn gloriedagen achter hem liggen, slaagde Springsteen er nog steeds in om 95 mph fastball after fastball te gooien zonder dat er een pitch-klok nodig was [zo’n klok wordt bij honkbal gebruikt om de werper niet te lang pauze te geven tussen de worpen door, red.]. Het ene nummer vloeide voort uit het volgende. Een, twee, drie, boem!
“In tegenstelling tot vroeger praatte hij niet veel en hield hij min of meer vast aan dezelfde setlist en een beperkte, woordelijk uitgeschreven inleiding die ook op andere avonden van deze tour te horen waren. Wat echter ontbrak aan spontaniteit, conversatie en lichamelijkheid van weleer (een observatie, geen klacht), compenseerde hij met diepere en genuanceerde muzikaliteit, vooral dankzij geweldige arrangementen met behulp van de vijfkoppige blazerssectie. Zijn gitaarwerk was opwindend, met name tijdens het zinderende ‘Prove It All Night’ en zijn bluesachtige solo op ‘Kitty’s Back’. Zijn overweldigende vreugde (en acteerwerk) tijdens ‘Rosalita (Come Out Tonight)’ was aanstekelijk. Zijn passie was net zo ongebreideld en urgent als altijd. Hij speelt nog steeds alsof dit zijn laatste show ooit is.”