Springsteen en de E Street Band hebben zaterdag 27 mei het tweede concert in de Johan Cruijff Arena in Amsterdam gegeven. Dit concert had weer wat meer focus dan het concert van afgelopen donderdag. De show zal vooral de boeken in gaan vanwege de struikelpartij van Bruce aan het einde van ‘Ghosts’.
Het concert begon iets voor de geplande aanvangstijd, nog voor half acht betrad plots Roy Bittan al op het podium als eerste van de bandleden. Bruce verscheen uiteraard als laatste op het toneel, begroette iedereen met de woorden “Hallo Nederland” en zette ‘My Love Will Not Let You Down’ in. Ankie Baecke schreef over het vroege begin: “Waar ik het vroeger vervelend vond dat Bruce ons standaard minstens een half uur liet wachten, vind ik het nu eigenlijk niet zo netjes dat hij drie minuten voor aanvangstijd begon. Achterin was het stadion nog lang niet gevuld.”
‘Death to My Hometown’ volgde, met Nils op elektrische banjo en Jake op grote trom. Daarna ‘No Surrender’ waarbij Little Steven weer zijn solidariteit betuigde met Oekraïne door weer op zijn gitaar in de kleuren van de Oekraïnse vlag te spelen.
Springsteen had in het begin wat moeite om toonvast te blijven, voornamelijk bij de uithalen in ‘Ghosts’. Toch kwam aan het einde van dit nummer pas het grootste struikelblok, letterlijk, toen Bruce de laatste trede van de trap naar de podiumrand miste en onderuit ging. Er ging een zucht van schrik door het stadion. Bruce bleef heel even voorover liggen en draaide zich toen op zijn rug. Nils schoot te hulp om zijn gitaar aan te pakken. Twee roadies die snel ter plekke waren hielpen hem overeind. “Goodnight everybody”, zei hij lachend, alsof hij het concert vroegtijdig wilde afbreken vanwege de val. De struikelpartij leek gelukkig niet veel schade te hebben berokkend, maar het had natuurlijk ook ongelukkiger kunnen aflopen. Bruce bleef er nog een tijdje om lachen.
Het was overigens niet de eerste keer dat Bruce op een Nederlands podium ten val kwam. In 1985 gleed hij in de Kuip uit tijdens ‘Darlington County’ en in 2012 struikelde hij op het Pinkpop-podium over een monitor. Er waren niet alleen fysieke problemen bij de start van de show, maar ook technische problemen: het scherm achter het podium liet het afweten. Voordat het begon was een roadie al druk in de weer met een van de vele schermonderdelen. Tijdens de show ging dat nog even verder. Ankie: “Tijdens ‘Prove It All Night’ en ‘Letter to You’ was de crew hard bezig het scherm te fixen. Toen kwam er ineens een hoofd door dat achterscherm.”
‘Darkness on the Edge of Town’, tussen ‘Prove It All Night’ en ‘Letter to You’, was de eerste verrassing van de avond. Het stond wel op de geplande setlist. De uitvoering was een hoogtepunt vroeg in de show. Tijdens ‘Letter to You’ ging halverwege het scherm achter het podium aan en werden de beelden (inclusief Nederlandstalige ondertitels) met applaus door het publiek begroet. Vooraan bij de linkeruitloper stond een doventolk die de hele show dansend met gebarentaal de teksten van de nummers uitbeeldden voor slechthorenden. Deze toeschouwers hadden ook een aantal tablets voor zich met de teksten.
Aan het begin van zijn solo in ‘Kitty’s Back’ hield Bruce een lange gitaarnoot aan waarbij hij intussen de tijd nam om zijn haar nog even wat te fatsoeneren.
‘Nightshift’, alleen in Nederland ooit een nummer 1-hit voor The Commodores, was het moment om de zangkwaliteiten van Curtis King en de andere leden uit de E Street Choir te etaleren.
Bruce koppelde deze soulcover aan zijn eigen soulnummer ‘Mary’s Place’, waarin hij net als bij de show van donderdag het publiek met vingerknippen probeerde stil te krijgen. Het werkte maar ten dele, want een deel van het publiek begon mee te klappen. Toen Bruce de trap af wilde lopen, maakte hij nog een grapje door nee te schudden, refererend aan zijn val eerder in de show.
Het centrale punt in de show was weer de combo ‘Last Man Standing’ en ‘Backstreets’, waarin Bruce het verhaal vertelde van George Theiss, de zanger van The Castiles, die een paar jaar geleden overleed waardoor Bruce nu het laatst overgebleven bandlid is van zijn eerste bandje. Nils Lofgren kreeg zijn moment tijdens de solo in ‘Because the Night’.
De set kwam ten einde met de combo ‘Badlands’ en ‘Thunder Road’. Anders dan de eerste avond, liet Bruce nu niet de toeschouwers helemaal alleen het eerste couplet zingen, maar hielp hij hen halverwege weer op weg.
In de toegiften kwamen de hits achter elkaar met vooral veel werk van Born in the USA: naast het titelnummer ook ‘Bobby Jean’, ‘Glory Days’ en ‘Dancing in the Dark’. Tijdens de grappen en grollen voor de camera met Little Steven aan het einde van ‘Glory Days’, fingeerde Bruce weer een glijpartij waar Steve onbedaarlijk om moest lachen.
Bij het voorstellen van de band, in het rijtje “heart stopping, pants dropping” voegde Bruce – refererend aan zijn val eerder op de avond – nog een kwalificatie voor de E Street Band toe: “ass busting”. Na ‘Tenth Avenue’ volgde, net als de eerste avond, een extra, ongeplande toegift. “We ain’t done yet!”, riep Springsteen en ‘Ramrod’ volgde. Er werd nog een microfoon klaargezet op de uitloper centraal voor het podium, maar die liet Bruce onbenut. Anders dan in Parijs vroeg Springsteen voor zijn gitaarsolo aan Steve: “What time is it?” Steves antwoord: “Its boss time!”
Na ‘Ramrod’ stuurde Springsteen de bandleden dan toch het podium af en bedankte het publiek voor “two fabulous shows” in Amsterdam. Hij vroeg lachend of iemand foto’s gemaakt had van zijn val eerder in de show. “Erase them”, zei hij lachend voordat hij met de avond afsloot met een mooie uitvoering van ‘I’ll See You in My Dreams’. “The E Street Band loves you”, waren Springsteens slotwoorden voordat hij zich omkeerde en de trap achter het podium afliep.
Jan Hengeveld mailde zijn indrukken van de show: “Ik heb nu vier concerten mogen bijwonen: Tampa, opening US; de eerste avond in Dublin en beide concerten in Amsterdam. Gisteravond was met afstand de leukste voor mij, tot nu toe. Voor een deel is dat omdat ik gisteren in de pit stond. Is toch een veel intensere beleving dan het veld erachter waar ik in Dublin stond, of de tribune waar ik de eerste avond in Amsterdam zat. Ook in Tampa stond ik in een kleine pit, heel dicht bij het podium. Het grote verschil: het publiek en de ‘loose’-heid van Bruce. Amerikanen zijn duidelijk minder betrokken bij de show dan Europees publiek. Veel te veel selfies of opnames met mobieltjes.
Daarnaast: Bruce was de tweede avond echt superrelaxed en het plezier spatte ervan af. Sowieso begon het al dynamisch maar na z’n onschuldige val tijdens ‘Ghosts’ was hij helemaal los. De interactie met het publiek was – ondanks nog steeds weinig woorden – echt heel erg betrokken gisteren. Z’n grijns was full on de hele tijd.
Wat ook voor mij best emotionerend was: we waren met een groep van acht waaronder enkelen die nooit eerder Bruce hadden zien optreden en ook niet per se van z’n muziek houden. Zo mooi om hen dan na drie uur ook ‘om’ te hebben zien gaan en de magie tijdens een live-concert te hebben gevoeld. Magisch en pure energie, waren hun woorden.
‘Kitty’s Back’ was weer wonderschoon. Mooi daarbij dat de hele band ruimte krijgt om te shinen. Ook gaaf om te zien dat-ie net als donderdag een last minute call naar de band doet voor een extra toegift, in dit geval ‘Ramrod’. We weten allemaal dat er weinig setlistimprovisaties zijn deze tour, maar het heeft toch iets bijzonders om te zien dat hij spontaan besluit er eentje extra aan vast te plakken.
Jan: “De ondertitelingen van ‘Letter to You’, de intro naar ‘Last Man Standing’ en de afsluiter ‘I’ll See You in My Dreams’: weglaten wat mij betreft, het is echt een storende dissonant.”
Ankie Baecke voegde nog toe: “Na de eerste show dacht ik: gaat het leuk zijn om deze show zes keer te zien? Zo’n vaste setlist, zo weinig verrassingen. Inmiddels kan ik zeggen: het is geen probleem. Je stelt je erop in dat er weinig variatie in zit. Dan is het toch gewoon genieten van een geweldig concert.”
Op zondagmiddag na het concert maakte Bruce samen met bandleden en hun familie een boottocht door de Amsterdamse grachten.