Het is geen concert zoals we gewend zijn. Het is een show die van de eerste tot laatste minuut is bedacht, die helemaal vast staat, waar niet één afwijking de setlist in sluipt. Het is een voorstelling en daarom is Broadway helemaal niet zo’n gekke plaats. Wij zijn eraan gewend dat Springsteen elke avond de setlist ingrijpend wijzigt, maar ook bij die constateringen horen nuances. Luister maar eens naar tien bootlegs van de Born in the USA-, Tunnel of Love – of Human Touch-tour en je hoort vrijwel elke avond dezelfde show, twee a drie nummers daargelaten. De extreme afwisseling is pas (oma vertelt!) van de laatste twintig jaar.
Maar hoe dan ook: elke avond hetzelfde is het eerste Grote Verschil. Het tweede is het zitten. We zitten allemaal in dat hele kleine Kerr Theatre. Dat deden we weliswaar ook al bij Tom Joad en Devils & Dust, maar dit is toch anders. Kleiner, donkerder. Alles valt op. Elk hoestje hoor je. Alles wat Bruce off mic zegt is moeiteloos te verstaan. En wanneer iemand stiekem een foto maakt, zie je het schermpje oplichten. Het is intiem. Je zit bij Bruce op schoot. Je bent als het ware op visite.
Het is geen setlist, maar een verhaal. Geen concert, maar een voorstelling
De term “setlist” dekt de lading niet. Bruce speelt geen setlist, hij vertelt een verhaal. En dat verhaal is niet chronologisch, maar opgebouwd rond thema’s. Het gaat over Bruce en zijn verhouding tegen over respectievelijk zijn vader, moeder, band en de wereld. En hij illustreert dat verhaal met zijn liedjes. De verhalen zijn niet nieuw. We hebben ze allemaal al eerder gehoord en anders gelezen in het boek, maar vertellend vanuit één perspectief, maakt Bruce er een heel mooi cirkeltje van. Aan het eind is het verhaal rond. De “blokjes” rond zijn ouders en band zijn heel persoonlijk, ontroerend en soms hilarisch. Je komt heel dichtbij Bruce.
Het verhaal over de Wereld waarmee het niet al te goed gaat duurt maar kort, hij maakt er weinig woorden aan vuil, noemt Trump niet eens bij naam, maar zingt er wel drie liedjes over: ‘Long Walk Home’, ‘Land of Hope & Dreams’ en zelfs ‘Dancing in The Dark’. Want als je je heel pessimistisch voelt over het hedendaagse Amerika, moet je maar je dansschoenen aantrekken (“tie the laces of your dancing shoes”), net als zijn moeder altijd deed.
En vertellen kan Bruce als de beste (en spelen ook trouwens)
Dat Bruce een verhaal kan vertellen weten we allemaal. De zaal hangt aan zijn lippen. De stilte is soms geladen en de ontroering is overal. Bij mij rollen de tranen bij ‘Tenth Avenue Freeze Out’ over de band in het algemeen en Clarence Clemons in het bijzonder. En bij de rest zitten ze hoog.
Een paar keer heb ik het gevoel dat de zaal (of ben ik dat?) het liefst op zou willen staan om met vuisten te zwaaien, te schreeuwen en te springen. Een paar keer klinkt unisono “Bruuuuuuuuuuuuuuuce”. Wat mij ook opvalt is dat Bruce ontzettend goed bij stem is en zo goed gitaar speelt. In ‘Born to Run’ speelt hij niet alleen de akkoorden maar ook de beroemde riff. In ‘The Rising’ zit ook heel mooi een repeterend thema. Bruce wordt steeds meer Robert Johnson: je hoort twee gitaren terwijl er maar een wordt bespeeld. Hij leert er dus nog steeds bij.
Het kwam hard aan in mijn buik en hart
Het is niet zo dat er niets valt op te merken. De baas heeft alles (weer) in eigen hand gehouden en ik ben wel benieuwd wat er uitgekomen zou zijn als hij een externe regisseur in de arm zou hebben genomen. Verrassingen in de songkeuze ontbreken grotendeels.
Ik ging echter met niet al te hoge verwachtingen en zelf met enige scepsis naar de show en die reserves ben ik volkomen kwijt. Net als bij eerdere shows, was en ben ik euforisch. Het is rechtstreeks mijn buik en hart in gegaan. Ik ben weinig hoopvol over de wereld in deze tijd, maar Bruce heeft me getroost, opgewekt, en me weer wat optimistischer gestemd. Ik vond Bruce er tijdens de River-tour van vorig jaar soms zo ontzettend afgepeigerd en moe uit zien. Dit doet hem (wellicht) goed. Hij is in vorm.
Het publiek komt voor het once-in-the-lifetime-moment, maar dit nooit meer Bruce
De veel besproken en torenhoge toegangsprijzen zorgen bij mij voor nog wat extra zorgen. Zou het publiek niet voornamelijk bestaan uit Wall Street-patsers en bankdirecteuren? Maar dat is niet zo.
De mensen die hierop afkomen, hebben net als ik hun spaarrekening omgekeerd en voor tien jaar afgezien van verjaardags- en sinterklaascadeautjes. Het zijn allemaal jarenlange fans. Buiten laten we elkaar onze mooiste Bruce-foto’s zien, scheppen we op over hoe dichtbij het podium we bij die show stonden, en wat we gemeenschappelijk hebben. De stemming is uitgelaten.
Het is voor bijna iedereen een once-in-a-lifetime-moment. We vinden ook allemaal dat we geen keuze hebben. Deze metafoor heb ik van een andere fan overgenomen omdat ik me er zo goed in kan vinden: ik ben 32 jaar geleden, in 1985, bij Bruce op de trein gesprongen en ik ga nu ook mee. Natuurlijk ga ik mee! Ik deel dat gevoel met bijna iedereen bij het theater, maar over nog iets is iedereen het eens: dit nooit meer, Bruce!
Nieuwe Bruce-idioom: cancellation line
Ik ben op de bonnefooi naar New York gegaan. Ik word zo chagrijnig van het feit dat er aan geen kaart te komen is, dat ik bedenk dat ik ter plekke mijn geluk ga beproeven. Letterlijk een paar dagen voor vertrek, krijg ik via, via een kaart voor zaterdag 25 november. Dat maakt de hele operatie een stuk relaxter, natuurlijk, maar ik ga woensdag 22 november toch in de zogenaamde ‘cancellation line’ staan (stel dat er iets mis zou gaan op 25 november?) en die kan ik iedereen aanraden als een serieuze optie.
Elke dag staan er een handvol (tien tot vijftien) mensen waarvan in ieder geval een paar kaarten krijgen. Soms vier, soms acht, soms tien. Ik was die woensdag nummer 1 in de ‘cancellation line’.
Om 19.00 krijg ik van de box office een kaart aangeboden die ik kan weigeren of aannemen. Een keuze is er niet. Ik neem ‘m aan. Ik heb dan vijf uur in de rij gestaan. Niet erg lang, maar het is verschrikkelijk koud. Het Kerr Theatre zit in een straatje waar geen zon komt en de wind doorheen giert.
Bruuuuuuuuuuuuuce
Als ik ruim drie uur later buiten kom, sta ik nog te trillen. Niet alleen meer door de kou, maar vooral door het afreageren van spanning. Ik voel me ontzettend bevoorrecht, rijk en gelukkig. Aan de overkant van de straat wacht ik totdat Bruce naar buiten komt, zodat ik nog een keer kan zwaaien.
Bruuuuuuuuuuuuuuuce!